Bosch Global
Gereedschappen voor Huis & Tuin

Vaste planten planten, snoeien en verzorgen

Vaste planten in de tuin
Vaste planten zorgen in de tuin voor een mooi beeld. Ze bloeien in verschillende kleuren. ©iStock/Martin Wahlborg

Wanneer moet je vaste planten planten?

Het planten van vaste planten
Plant je vaste planten in de lente of de herfst. Welk seizoen gunstiger is, hangt af van het soort vaste plant. ©MSG/Frank Schuberth; Prod.:Dieke van Dieken

Het ideale moment om vaste planten te planten is in de lente of herfst. Als je de vaste planten in de herfst zet, kunnen ze opgroeien tot de lente en daarna gelijk met een intensieve groei beginnen.

In de herfst bloeien vaste planten zoals asters, chrysanten en Japanse anemonen, en vaste planten die gevoelig zijn voor vocht, zoals Turkse klaprozen of pioenrozen, zet je het beste in de lente.

Welke vaste planten moet je planten?

Verdeel leidende, begeleidende en vullende vaste planten in groepen in je tuin. Het ziet er bijzonder mooi uit als ze op grote bedden worden herhaald.

Plant een oneven aantal leidende vaste planten, dus drie of vijf stuks. De begeleidende vaste planten plant je in grotere tufstenen rondom de leidende vaste planten. Salie, madeliefjes of duizendblad zijn hiervoor uitstekend geschikt. Vrouwenmantel of kraanvogel zien er goed uit op de voorgrond. Hun bladeren zullen er lang verzorgd uitzien. Bovendien bedekken deze planten de randen van bedden.

Kies de vaste planten niet alleen nadat ze zijn uitgebloeid maar houd rekening met de totale verschijning. Soms vind je de vorm en kleur van de bloem mooi, maar kunnen de bladeren niet overtuigen.

Niet in het minst is de bloeitijd ook cruciaal. Kies planten die niet precies dan bloeien wanneer je jaarlijks op vakantie bent.

Vaste planten in de tuin
Bij vaste planten zijn niet alleen de bloemen belangrijk. Let bij de keuze op de totale verschijning van de plant. ©MSG/Alexandra Ichters

Vaste planten ogen het beste als je ze plant op grootte. Op de achtergrond zet je grote vaste planten, lage zet je vooraan in het bed. In de tussenruimte plant je middelhoge soorten. Verspreid de hoogte niet te precies, maar orden de planten verschoven. Zo oogt het bed bijzonder levendig.

Welke volgorde is bij vaste planten de juiste?

Vaste planten ogen het beste als je ze plant op grootte. Op de achtergrond zet je grote vaste planten, lage zet je vooraan in het bed. In de tussenruimte plant je middelhoge soorten. Verspreid de hoogte niet te precies, maar orden de planten verschoven. Zo oogt het bed bijzonder levendig.

De juiste locatie voor vaste planten

Vaste planten stellen verschillende eisen aan de locatie, afhankelijk van de soort. Het licht, de bodemgesteldheid en de beschikbaarheid van voedingsstoffen in de aarde zijn bepalend voor het al dan niet goed ontwikkelen van een vaste plant.

Zet schaduwminnende vaste planten op donkere plaatsen in je tuin. Hiertoe behoren de bergenia, de elfbloem, de funkie en de schuimbloem. In de halfschaduw voelen kraanvogels, vingerhoedskruid, astilbe en zennegroen zich thuis.

Sommige vaste planten ontwikkelen zich alleen op droge grindbedden of in prairietuinen. Ze hebben veel zon nodig, maar weinig voedingsstoffen nodig. Het brandkruid behoort tot deze soorten, evenals de sedumplant, de koningskaars of de sporenbloem.

Mooie vaste planten hebben zon, een goede bodem, regelmatig meststof en veel water nodig. Hiertoe behoren het ridderspoor, de aster, de daglelie, de Indiase brandnetel en de vlambloem.

De bodem voor vaste planten voorbereiden

Het voorbereiden van de grond voor vaste planten
Maak de bodem los alvorens je vaste planten plant. Verwijder hierbij het onkruid. ©iStock/sever180

Voordat je vaste planten plant, moet je de bodem zorgvuldig losmaken. Hierbij verwijder je geworteld onkruid. Deze taak gaat sneller met een graafvork.

Als de bodemgesteldheid niet ideaal is voor vaste planten, kan je de aarde opwaarderen. Zo ga je te werk:

  • Zanderige bodem
    Als je hier bed- of vaste planten wilt planten die van schaduw houden, verrijk je de aarde met 0,5 kg tot 1 kg kleimeel per vierkante meter. Ook goed verrotte compost waardeert de bodem op.
  • Leemachtige bodem
    Voor winterharde vaste planten maak je de leemachtige bodem met bladcompost beter doorlaatbaar. Onderbouwen met zand kan hier ook nuttig zijn.
    Rotstuin- en steppeplanten groeien beter op een leemachtige bodem als je 10 tot 20 liter grove korrel per vierkante meter inwerkt.

In principe kunnen hoornkrullen de bodem voor vaste planten opwaarderen. Gebruik 100 g per vierkante meter voor vaste planten in bedden. Voor andere vaste planten gebruik je slechts 50 g per vierkante meter. Met steenmeel kan je de bovenste bodemlaag eveneens opwaarderen. Gebruik hiervan 100 g per vierkante meter.

Vaste planten planten: Stap voor stap

Om ervoor te zorgen dat je vaste planten goed groeien en zich snel goed ontwikkelen, volg je gewoon onze stap voor stap instructies voor het planten van vaste planten.

1. Vaste planten bewateren en plaatsen

Dompel de wortelkluit onder in een emmer met water. Laat ze daarin staan tot er geen lucht meer opstijgt. Verdeel de potten vervolgens met de juiste afstand over het bed.

Vaste planten in de emmer
Bewater de vaste planten voordat je ze plant. De wortelkluiten moeten volledig doordrongen zijn. ©MSG/Martin Staffler

2. Vaste planten planten

Als de opstelling van de planten er goed uitziet, verwijder je voorzichtig de vaste planten uit hun potten. Kwets hierbij de wortels niet. Als een pot samen met de vaste plant is vergroeid, snij dan de bijbehorende wortels af met een snoeischaar.

Graaf vervolgens de plantkuil. Ze moet ongeveer dubbel zo groot als de wortelkluit zijn. Richt je bij de diepte op de wortelkluit. Na het planten moet het qua hoogte aansluiten met de omliggende aarde.

3. Aarde aanvullen en aandrukken.

Doe vervolgens de uitgehaalde aarde terug in de plantkuil en druk ze vast aan. Daarna overvloedig gieten.

Het planten van de vaste plant
Geef de aarde vanuit het plantgat aan de plant en druk deze naar beneden. Geef de vaste plant vervolgens overvloedig water. ©MSG/Martin Staffler

Vaste planten verzorgen

Na het planten van de vaste planten moet je ze verzorgen. Zo zullen ze zich goed ontwikkelen en je tuin met prachtige bloemen versieren.

Vaste planten gieten

Zorg er vooral in de weken na het planten voor dat de bodem nooit helemaal uitdroogt. De wortels van de jonge planten zijn nog niet lang genoeg om water uit diepere aardlagen te halen.

Giet je vaste planten in de ochtenduren. Dan kan de bodem het water bijzonder goed opnemen. Bewater overvloedig. Hierdoor ontstaan er ​​lange wortels aan de planten. De aankomende droge fase overleven ze daardoor duidelijk beter. Om het gieten zachtjes aan te pakken, biedt zich hier de douchemodus aan van de Fontus van de Bosch 18- volt- accusystemen.

Hoe vaak je moet gieten, hangt enerzijds af van het weer. Anderzijds is ook de soort vaste plant cruciaal. Zonnehoed en steppekaars hebben zelden water nodig. De weide iris en de eupatorium hebben een zeer hoge waterbehoefte. Vaste planten in halfschaduw zoals de pluimspirea of sterschermen verdragen geen droogte. Laat de wortelkluiten van deze soorten niet helemaal uitdrogen.

Vaste planten water geven
Hoe vaak je vaste planten water nodig hebben, hangt af van het weer. Maar ook de soort van de vaste planten is bepalend. ©MSG/Martin Staffler

Vaste planten bemesten

In het eerste jaar bemest je vaste planten niet. Anders zullen ze hun wortels niet zo intensief ontwikkelen, omdat ze alle voedingsstoffen in de directe omgeving vinden.

Bemest je vaste planten ook daarna met zorg. Met veel voedingsstoffen zorg je voor een stevige groei. Vaak wordt het bladweefsel dan echter ook zacht. De planten worden dan vatbaarder voor meeldauw en andere schimmelziekten.

Rijpe compost is voor de meeste vaste planten voldoende om het jaar goed door te komen. Verdeel in de vroege lente, voor het ontkiemen, een dunne laag ervan over het hele bed. Hoe je compost kunt krijgen, lees je hier.

Bloeiende vaste planten zoals ridderspoor of vlambloem hebben meer voedingsstoffen nodig. Geef ze in de lente extra hoornmeel of organische volledige meststof. Als alternatief gebruik je in de vroege zomer minerale meststoffen.

Mest wintergroene vaste planten bemest je in de herfst met een kaliumrijke speciale meststof. De bladeren verdragen de vorst dan beter en worden niet zo snel bruin.

Vaste planten ondersteunen

Vaste planten met grote bloemen ondersteun je met een stok. Bamboe is zeer geschikt voor hoge vaste planten. Als alternatief gebruik je steunringen voor je planten. Deze kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt bij de Oosterse klaproos, zonneoog en duizendblad.

Vaste planten snoeien

Vaste planten snoeien
Snoei je vaste planten bij voorkeur in de zomer. Dan bloeien de planten in de nazomer eventueel nog een tweede keer.

Een regelmatige snoeibeurt doet je vaste planten goed. Je kan ze praktisch het ganse jaar door snoeien. Een snoeibeurt in de zomer is echter bijzonder aan te raden, omdat de vaste plant dan soms een tweede keer bloeit in de nazomer.

Snoei de hele vaste plant een handbreedte boven de grond voor een tweede bloei zodra de meeste bloemen verwelkt zijn. De snoeibeurt is bijzonder eenvoudig met een snoeischaar met elektrische ondersteuning, zoals de Easy Prune van Bosch of met een heggenschaar. Met de heggenschaar EasyHedgeCut 18-45 van Bosch kan je meerdere scheuten van struiken schoon, snel en veilig snoeien.

Bemest de vaste plant daarna en giet hem overvloedig. Na vier tot acht weken zouden er weer bloemen moeten verschijnen.

Bloeitijd van de vaste planten verlengen

Sommige vaste planten bloeien gespreid, d.w.z. in verschillende stadia na elkaar. Bij deze soorten kan je de bloeitijd verlengen. Om dit te doen, pluk je gewoon alle bloemstelen. Zo voorkom je dat de vaste planten zaden vormen. In plaats daarvan ontwikkelen ze nieuwe bloemstengels.

Levensduur van de vaste planten verlengen

Bloeiende vaste planten
Snoei de vaste planten voordat ze zaden gaan vormen. Zo verleng je de levensduur van de planten. ©MSG/Silke Blumenstein

Sommige vaste plantensoorten moeten in het jaar van aanplant voor de bloei worden ingekort. Zo versterk je de plant en verleng je de levensduur met enkele jaren.

Wacht het volgende seizoen tot het einde van de bloei en snoei de vaste plant voordat de zaden zich vormen. Bij deze soorten kan je bijvoorbeeld de levensduur verlengen met een dergelijke snoeibeurt: Stokrozen, nachtviolen, hoornviolen, rode zonnehoed, kokardebloemen en prachtkaarsen.

Zelf uitzaaien van de vaste planten voorkomen

Met een snoeibeurt kan je ook het zelf uitzaaien van vaste planten voorkomen. Vaste planten produceren veel zaden die probleemloos ontkiemen in de tuinbodem. Als je dit niet tegengaat, heb je al snel een zeer dichte stand van vaste planten in je tuin. Concurrerende planten worden dan vaak gewoon verdrongen.

Het zelf uitzaaien kan je voorkomen. Snoei hiervoor gewoon de bloemstengels van deze vaste plantensoorten voordat de zaden rijpen: Pluimspirea, grote kattenstaart, guldenroede, vrouwenmantel, rood duizendblad, vlambloem, jakobsladder, kluwenklokje, driemasterbloem en donkere ooievaarsbek.

Tip
Vaste planten planten, snoeien en verzorgen
Vaste planten zorgen voor een frisse kleur in je tuin. Met de juiste verzorging kan je er jarenlang plezier van hebben. We vertellen je wat je moet weten over het planten, snoeien en verzorgen van vaste planten.