Bosch Global
Gereedschappen voor Huis & Tuin

Planten snoeien: hoe en wanneer je bomen en struiken het best kunt snoeien

Een jonge vrouw met lang, donker haar en een geruite blouse staat lachend in een tuin en houdt in haar handen een tuinschaar en gesnoeide takken.
Om je planten zo mooi mogelijk te krijgen, moet je ze regelmatig snoeien. Hier vind je allerlei handige tips daarvoor.

Appelbomen, rozenstruiken, hortensia's … Alle planten hebben zorg nodig. Alleen dan laten ze zich van hun mooiste kant zien en laat je je tuin echt stralen. En om elk jaar weer van prachtig bloeiende planten te genieten, moet je ze af en toe bijsnoeien. Maar dat moet je wel op de juiste manier doen, en afgestemd op de plant. Niet alle bomen en struiken hebben dezelfde snoeibehandeling nodig! Hier ontdek je waarom snoeien echt onvermijdelijk is, waar je op moet letten bij bepaalde plantensoorten en hoe je een echte snoeikoning wordt.

De tuinschaar tevoorschijn toveren: waarom planten snoeien zo nuttig is

Planten worden sterker, gezonder, dragen meer vruchten en ontwikkelen zich op een meer gecontroleerde manier als ze regelmatig worden gesnoeid. Het snoeien van fruitbomen zoals appelbomen of pruimenbomen op de juiste manier bevordert een rijke oogst, terwijl het snoeien van sierheesters zoals hortensia's of rhododendrons resulteert in meer bloemen. Door uw planten te snoeien ziet u ze er op hun best uit en houdt u de groei in de hand. Terwijl het uitdunnen van uw planten zorgt voor een betere luchtcirculatie en helpt uw planten genoeg natuurlijk licht te krijgen. Bovendien reageren alle planten, als ze goed gesnoeid worden, door op een gecontroleerde manier krachtig te groeien.

Tip
Voordelen van snoeien
  • Planten die worden gesnoeid, groeien gezonder en minder willekeurig.
  • De groei wordt bovendien gestimuleerd.
  • Bij fruitplanten levert snoeien een grotere oogst op.
  • Struiken en vaste planten blijven langer bloeien.
Een blonde vrouw in een wit T-shirt snoeit met de Bosch EasyPrune een rozenstruik.
Snoeien bevordert de gezondheid en de groei van de plant en is een belangrijk onderdeel van het tuinieren.

Snoeien is maatwerk: iedere plant wil het weer anders

Heb je in je tuin een boom, een kruidentuintje, een frambozenstruik of misschien wel rozen? Top! Maar wanneer moet je dan welke plant snoeien? Daarop is niet één antwoord te geven, aangezien er net zo veel manieren om te snoeien bestaan als dat er planten zijn. Of je nu fruitbomen, sierplanten of vaste planten wilt snoeien, de uiteindelijke snoeiwijze en -frequentie worden bepaald door de bloei, het groeipatroon en de kwetsbaarheid van de plant. Klinkt dat ingewikkeld? Met de juiste tips en informatie wordt optimaal snoeien kinderspel. Ga ervoor!

Tip
Winters snoeien is geen goed idee.
  • Van oktober tot januari snoei je planten het liefst niet.
  • Dan hebben ze namelijk niet genoeg tijd om te herstellen.
  • Kwetsbare planten kunnen daardoor zelfs vorstschade oplopen.

Het komt allemaal aan op timing: wanneer hebben je planten een nieuwe snoeibeurt nodig?

Het draait allemaal om individuele voorkeuren. Voor iedere plant of struik is er dus een uniek en specifiek moment om te beginnen met snoeien. Wel kun je drie tot vier algemene snoeimomenten aanduiden, die weer afhankelijk zijn van het bloeiproces van de plant. In onze snoeikalender vind je de meest gangbare bomen en struiken en zie je in één oogopslag welk snoeimoment het beste is.

Voorjaarssnoei

In het voorjaar snoei je de planten die in de zomer bloeien. Dat zijn over het algemeen bomen en struiken die in de zomer vruchten of bloesem krijgen, zoals de appelboomen de hibiscus. Vanaf medio januari, na de winterpauze, perst de plant groeisappen in de stam en takken. Als je de plant in die periode snoeit, wordt de groei gestimuleerd, leid je groeikracht naar de gewenste knoppen of maak je het leven van plant of struik makkelijker doordat je ongewenste takken en dood hout verwijdert.

Na de bloei

Voorjaarsbloeiers komen, zoals de naam doet vermoeden, al in het voorjaar tot bloei. Daarom krijgen ze al in het voorjaar knoppen en scheuten. De sering is daar een voorbeeld van. Die kun je beter pas na de bloei snoeien, omdat je anders een groot deel van de nieuwe knoppen verwijdert en de bloei zo tegenwerkt. Na de bloei is het slim om de verwelkte bloemen met een tuinschaar te verwijderen en de takken naar behoefte in te korten. Aan de scheuten komen volgend jaar nieuwe knoppen.

Een vrouw met donker haar in een blauwe blouse snoeit een seringtak.
Sering is een voorjaarsbloeier die je pas na de eerste bloei snoeit.

Zomersnoei

Zomersnoeien doe je nadat het blad zich heeft gevormd. Over het algemeen omvat die snoeiperiode het tijdvak juni-september. Met deze snoei breng je de groei tot rust en bevorder je de groei van de vruchten. Een zomersnoei is ideaal voor kwetsbare planten. Want: schade door snoeien geneest sneller, waardoor de plant beter bestand is tegen ziekteverwekkers. Dat geldt bijvoorbeeld voor de berk, esdoorn en walnoot, die tot uitbloeien neigen.

Tip
Uitbloeien

Uitbloeien betekent dat het sap van een plant een gesnoeid deel van de plant verlaat. Meestal kan de boom of plant zelf de snoeikanten afsluiten. Bij planten die sterk bloeien, kun je beter een zomersnoei uitvoeren.

Herfstsnoei

Bij veel loofbomen is de late herfst een goed moment om te snoeien. Dan is de boom tot rust gekomen, draagt hij geen bladeren meer en heeft hij ook nog geen scheuten. Er is dan nog genoeg tijd om de boom te snoeien. Daarnaast zie je bij lichte takken gemakkelijker waar je moet snoeien. Let er echter op dat je niet snoeit als het vriest, want daar kan de boom schade van oplopen.

Het ideale snoeipatroon: snoeimethoden en voor- en nadelen

Iedere plant is uniek en heeft op basis van soort en leeftijd specifieke zorg nodig. Over het algemeen is het belangrijk verwelkte bloemen en uitgedroogde vruchten van bomen, struiken en vaste planten te verwijderen en beschadigde of zieke takken weg te nemen. Daarnaast gelden er een aantal snoeipatronen.

Tip
Altijd boven de knop

Hoe je ook snoeit, probeer altijd om boven naar buiten gerichte knoppen of ogen te snoeien, zodat er geen takken en scheuten naar binnen groeien. Zorg ervoor dat je de snoeischaar in een hoek van 45 graden op de tak of knop houdt.

Snoei na aanplant

Snoeien na aanplanten wordt voornamelijk gedaan bij jonge, net geplante bomen of struiken. Met deze snoeibeurt versterk je de groei van de plant en de vorm van de kroon of de algehele groei van de plant. Bij bomen verwijder je de loten die het verlengen van de stam in de weg kunnen zitten. Je snoeit drie tot vier koptakken van de kroon. Je snoeit de plant in het geheel wat terug om te voorkomen dat deze overbelast raakt.

Vormsnoei

Bij deze manier van snoeien breng je de plant of boom in de eerste paar jaar in de gewenste vorm. Bij bomen kun je verschil aanbrengen tussen de gestel- en koptakken en snoei je om de ontwikkeling van een piramidevormige kroon te stimuleren. Zijtakken worden verwijderd. Bij struiken kun je de laagste takken wat inkorten, afhankelijk van hoe de struik groeit. Naar binnen groeiende takken en concurrerende takken verwijder je of kort je in.

De zijtak van een boom wordt met een lange tuinschaar verwijderd.
Ongunstig groeiende zijtakken verwijder je met een tuinschaar.

Onderhoudsnoei

Bloeiende of vruchtdragende planten kun je met een onderhoud- of vormsnoei versterken, wat goed is voor de gezondheid. Snoei kromme of uitstekende takken en rem snel groeiende takken wat af. Takken of twijgen die heel steil groeien, kun je snoeiend sturen. Dan knip je de tak af op de plek waar een gunstiger geplaatste zijtak kan groeien. Zo groeit de minder steile zijtak verder, wat goed is voor de plant.

Verjongingssnoei

Bij deze snoeibeurt maak je korte metten met verzwakte twijgen, te ver uitstekende takken of vergrijsde bodemtakken. Vooral bij oudere struiken en bomen is het belangrijk dat je de plant wat luchtiger maakt, zodat de takken genoeg licht krijgen. Dat is goed voor de ventilatie en stimuleert de groei van de nieuwe loten.

De kunst van het snoeien: hier is hoe het werkt

Als je eenmaal de beste snoeimethode voor je plant hebt bepaald en weet welke snoei het gezondst is voor je plant, kun je beginnen.

Wat heb je nodig?

Net zoals bij alle klusjes ligt de sleutel tot succes verscholen in goed materiaal. De volgende benodigdheden zijn onmisbaar:

  • Een tuinschaar – bij het snoeien na aanplanten is dat zelfs je grootste bondgenoot. De scherpe bladen brengen zo min mogelijk schade aan de plant toe. En daarnaast: hoe meer kracht je op de plant uitoefent, des te meer je de tak of stengel beschadigt. Daarom wordt bij sterkere takken aangeraden een accutuinschaar te gebruiken, zoals de EasyPrune van Bosch.
  • Een takkenzaag. Naast je tuinschaar heb je bij bomen of grote struiken een zaag nodig, omdat je bij dit soort planten zomaar eens een grote tak moet verwijderen.
  • Een ladder, voor als je in de kroon van een boom of aan de bovenkant van een hoge struik wilt werken. Zet de ladder altijd op een stabiele ondergrond.
  • Tuinhandschoenen, voor meer houvast en om je handen te beschermen. Dat is extra belangrijk bij rozen. 
  • Een opvangzak. Waar kun je de gesnoeide takken, twijgen en bloemen in kwijt? In een opvangzak. Bij het zwaardere snoeiwerk kun je een versnipperaar gebruiken.

Hoe ga je te werk?

Neem eerst de plant die je wilt gaan snoeien in het algemeen op. Dan kun je zo preciezer en geordender aan het werk gaan. Probeer bij iedere snoeibeurt het karakter van de plant te behouden. Stel jezelf de volgende vragen voordat je begint:

  • Waar steken takken uit?
  • Groeien er takken naar binnen of zitten ze elkaar ergens dwars?
  • Waar zitten uitgebloeide bloemen, wilde takken of beschadigde takken?
  • Hoe klein wil je de plant maken?
  • Hoe moet de plant er daarna uit zien?
Verschillende kleurrijke hortensiastruiken staan in een met licht overgoten tuin.
Probeer bij iedere snoeibeurt, bij wat voor plant dan ook, het karakter van de plant te behouden.

Wat ga je snoeien?

Voor een gezonde en mooie groei moet je over het algemeen afgestorven en naar binnen gerichte takken snoeien. Daarnaast verwijder je bij bomen waterloten en bij struiken wilde loten. Waterloten groeien horizontaal uit de stam en vormen geen stevige takken. Je kunt ze gemakkelijk herkennen. Wilde loten zijn takken die onder de veredelplek groeien, bij rozenstruiken bijvoorbeeld. Door de struik terug te snoeien en luchtiger te maken, bevorder je de groei van de daaronder gelegen knoppen en twijgen.

Hoe snoei je takken of twijgen op de juiste manier?

Snoei takken altijd net boven de oksel en niet pal langs de schors van de stam. Snoei op de plek waar de tak van de boomstam af groeit. Meestal is die plek net wat dikker dan de rest van de tak. Snoei bij loten met knoppen altijd boven naar buiten gerichte knoppen. Zo voorkom je dat nieuwe loten naar binnen groeien. Zorg voor een glad snoeioppervlak, met een hoek van 45 graden naar beneden. Bij zware takken heb je een zaag nodig. Zaag de tak in de onderkant een beetje in en zaag de tak vervolgens vanaf de bovenkant door. Zo voorkom je dat de tak scheurt en dat de schors splinters vormt, waardoor de boom ook minder risico loopt op ziekten.

Iemand met gele handschoenen houdt een zaag boven een snoeiplek op een dikke tak.
Snoei takken altijd op de plek waar de tak van de boomstam af groeit. Meestal is die plek net wat dikker dan de rest van de tak.

Wat doe je met de gesnoeide takken?

De gesnoeide takken, twijgen en bloemen kun je met een versnipperaar verkleinen en dan in de bioton of op de composthoop kwijt. Bij bomen en grote struiken is een kruiwagen handig om het snoeimateriaal weg te werken.