Plantenhanger: ruimtebesparend en oneindig charmant

De plantenhanger bestaat uit vier lagen die boven elkaar zweven. Dit betekent dat je de plank eerst in 4 gelijke stukken moet zagen. Leg daarvoor de plank met de korte kant naar je toe, en teken drie rechte lijnen af; steeds om de 20 cm. Er zijn nu 4 stukken van 20 x 20 cm.

Om ervoor te zorgen dat de plantengaten op de juiste plek komen, moet je eerst het middelpunt van elk vierkant vinden. Hiervoor trek je in ieder vierkant twee diagonale lijnen van hoek naar hoek. Het punt waar de lijnen elkaar kruisen is het midden.

Leg de plank op je werkblad, maar laat een volledig vierkant over de rand uitsteken. Zet de plank nu stevig vast aan het werkblad met behulp van de schroefklemmen. Bevestig de gatzaag aan de klopboor. De maat van de gatzaag hangt af van de diameter van de plantpotjes. Meet de diameter van de bovenkant van een potje en trek daar ongeveer 2 cm van af – dat is de juiste maat van de gatzaag. Controleer of de gatzaag geschikt is voor de klopboormachine.

Je kunt de plank aan het werkblad vast laten zitten voor het boren van de gaten voor het touw. Boor circa 1 cm uit iedere hoek van het paneel een gat.

Herhaal de stappen 3 en 4 voor de andere panelen. Wij kozen ervoor om in het laatste paneel geen gat voor een plantpotje te maken, zodat de plant óp het paneel kan staan. Wat je ook kiest, in het laatste paneel moet in ieder geval ook 4 gaten voor het touw komen.

Nu kan de plank – die nog steeds stevig aan het werkblad vast zit – in vier gelijke platen gezaagd worden langs de potlood markeringen die eerder gemaakt zijn. Je kunt hiervoor een decoupeerzaag of een accucirkelzaag gebruiken.

Schuur de zaagranden mooi glad om te voorkomen dat er splinters uit het hout steken.

De panelen met de potjes worden aan vier stukken touw gehangen. De gaten voor de potjes zijn al gemaakt. Knip nu vier gelijke stukken touw – de lengte is afhankelijk van de plek waar je de plantenhanger wilt ophangen.

Om de plantenhanger in elkaar te zetten moet er eerst een knoop worden gelegd in de uiteinden van het touw. Steek het touw door een van de gaten van het eerste paneel. Het eerst paneel is in ons geval het paneel zónder potgat. Voordat je de volgende knoop legt, bepaal je eerst hoeveel ruimte je tussen het eerste en tweede paneel wilt hebben – dit is afhankelijk van de maat van je planten. Leg daarna de volgende knoop. In onze hanger is de afstand 30 cm. Steek het touw door een gat van het volgende paneel en herhaal het proces. Zodra alle panelen met de touwtjes met elkaar verbonden zijn, knoop je de vier uiteinden aan elkaar en kan de plantenhangers ergens worden opgehangen met een plafondhaak of plafondhanger!