Alles waar je op moet letten tijdens de appeloogst
Als de zomer op zijn retour is en de herfst zich begint aan te dienen, begint het hoogseizoen in eigen moestuin. Zomerappels kun je vanaf augustus plukken en herfstappels vanaf september. Deze zoete vruchten zijn geliefd om te eten en om te telen – geen wonder dat ze vaak opduiken in tuinen. Wereldwijd bestaan er naar schatting 30.000 appelsoorten. In de supermarkt vind je daar over het algemeen maar een heel klein deel van terug. Daarom is de juiste verzorging van deze onbekende soorten, die je vooral in tuinen en boomgaarden vindt, des te belangrijker. Wij hebben zes tips voor je over het juiste moment om appels te plukken en de juiste manier om ze zo lang mogelijk te kunnen bewaren.
Tip 1: allerlei appelsoorten hebben eerst een snoeibeurt nodig
Heerlijke appels in je eigen tuin plukken, dat is pas genieten. Als je ieder jaar weer heerlijke appels wilt kunnen plukken, moet je de appelboom snoeien nog voordat de eerste bloesem te zien is. Dat betekent dus dat je aan het eind van de winter aan het snoeien moet slaan. Het beste moment voor deze lentesnoeibeurt is februari of maart, afhankelijk van het weer en klimaat. Snoeien stimuleert de groei van nieuwe loten, waarbij de boom allerlei nieuwe knoppen krijgt die in het volgende oogstseizoen tot bloei komen. Met accutuingereedschap wordt het snoeien een stuk eenvoudiger. Je kunt bijvoorbeeld voor de Bosch AdvancedCut kiezen of de Bosch UniversalChain 18-accukettingzaag.
Tip 2: ook een zomersnoeibeurt kan positief zijn voor de appeloogst
Groeit de boom te snel, dan kun je 'm halverwege het jaar, tijdens de zomer, nog een snoeibeurt geven. In sommige landen heet deze snoeibeurt ook wel de 'juniknip'. Het ideale moment daarvoor is ergens tussen eind juni en medio juli. Rond die tijd zijn de meeste appelboomsoorten klaar met de nieuwe loten en zijn ze druk in de weer met de knoppen voor het volgende oogstjaar. Waarom zou je dan gaan snoeien? Omdat je daarmee de groei wat afremt, waardoor zonlicht beter de binnenste bladeren van de boomkruin bereikt en de appels beter rijpen en hun smaak ontwikkelen. Verwijder vooral de eenjarige, verticale loten die bijzonder snel groeien. Dat zijn de zogeheten 'waterloten'. Maar pas op! Snoei de boom niet te veel. En zorg ervoor dat je op de juiste manier snoeit.
Tip 3: de appeloogst kan in augustus beginnen
Niet alleen bij het snoeien van appelbomen komt het aan op de juiste planning. Ook de appeloogst is een kwestie van het juiste moment. Pluk je de appels te vroeg, dan zijn ze niet zoet genoeg. Pluk je ze te laat, dan smaken ze melig.
Met een blik op de oogstkalender (zie afbeelding 1) zie je dat appels over het algemeen het best tussen het eind van de zomer en eind oktober kunnen worden geoogst. De precieze oogsttijd hangt van twee aspecten af. Ten eerste: de weersomstandigheden tijdens het gehele oogstjaar. Vooral het aantal zonnedagen is belangrijk, omdat dat van grote invloed is op de zoetheid van de appels. En ten tweede: de appelsoort. Appels worden op basis van het plukmoment en de smaakpotentie in verschillende rijpingsklassen onderverdeeld.
Bij het bewaren van appels moet je letten op het volgende: De meeste zomerappels, zoals elstars, zijn meteen na het plukken eetbaar en kunnen niet langer dan drie weken worden bewaard. Herfstappels, zoals goudrenetten, kun je wel wat langer bewaren zonder dat ze hun smaak verliezen. Zes tot acht weken moet zeker lukken. Winterappels, zoals cox oranges, jongagolds en glosters, kun je het langst bewaren. Je kunt ze tot drie maanden laten liggen zonder dat ze hun unieke aroma verliezen.
Tip 4: de kenner ziet meteen wanneer ze rijp zijn
De bloesem van een appelboom komt niet gelijkmatig tot bloei en dus zijn de appels ook niet allemaal tegelijkertijd rijp. Aan de hand van de volgende criteria kun je de rijpheid gemakkelijk herkennen:
- De kleur van de binnenkant (zie foto 1): bij deze veelgebruikte test moet je steekproefsgewijs appels opensnijden en nagaan of de binnenkant al bruin is. Een vanbinnen bruine appel is rijp. Het nadeel van deze methode is dat bij vroege appels de binnenkant pas laat kleurt terwijl ze wél al rijp zijn.
- De kleur van de schil (zie foto 2): de kleur van de schil geeft ook veel weg over de rijpheid van een appelsoort. Wordt een groene appel langzaamaan geel, dan is bij veel soorten de juiste rijpheid bereikt. Bij rode appels moet de kleur redelijk licht zijn, in plaats van donker of vaal.
- De hoeveelheid kracht die nodig is om de appel te plukken (zie foto 3): ook de hoeveelheid kracht die je nodig hebt om de appel te plukken geeft informatie over de rijpheid van de vrucht. Pak hiervoor een appel vast en draai 'm lichtjes omhoog. Komt de appel geruisloos los van de tak, dan is de kans groot dat de appel plukrijp is.
Tip 5: goede kwaliteit vergt een goede oogst
De oogst van de vruchten is tegelijkertijd de vrucht van je eigen harde werk en zorg. Let er bij het oogsten op dat je onbeschadigde appels apart legt, zodat je ze kunt bewaren. Draai de appel lichtjes in je hand naar boven om 'm te plukken zonder de knoppen te beschadigen. Een rijpe appel komt als het goed is gemakkelijk los. Met een speciale tas voor de appeloogst of een fruitplukker aan een telescoopstang (zie foto 2) voor vruchten die hoog hangen, maak je de oogst een stuk makkelijker. Je zult uiteindelijk meerdere plukronden moeten houden, aangezien de appels op verschillende momenten rijpen. Appelsoorten die je langere tijd kunt bewaren, kun je het beste meteen op een voor appelopslag geschikte bewaarplek leggen. Zo voorkom je beurse plekken als je ze later verplaatst.
Tip 6: wie wat bewaart, heeft wat
Met de juiste bewaarmogelijkheid heb je niet een paar dagen of weken lekkere appels liggen, maar juist maandenlang.
Let bij het bewaren op het volgende:
1. Bewaar appels op een koele en donkere plek met een constante temperatuur van ongeveer vier graden. Kelders en garages zijn bij uitstek goede bewaarplaatsen. Bewaar je de appels buiten, bijvoorbeeld in een schuur, voorkom dan hoe dan ook dat de appels door vorst te grazen kunnen worden genomen.
2. Let erop dat de appels genoeg lucht krijgen. Zo voorkom je schimmelvorming. Je kunt de appels het beste ongestapeld in houten kisten bewaren zonder dat de appels elkaar aanrakken.
3. Vocht is belangrijk, omdat appels kunnen uitdrogen. Zet daarom regelmatig een kom water op de fruitkist.
4. Bewaar alleen onaangevreten appels zonder beurse plekken en rotte plekjes. Alle andere vruchten en afgevallen fruit zijn vooral geschikt om meteen te worden verwerkt, bijvoorbeeld in een appeltaart, appelmoes of appelsap. En zelfs de rotte of afgevallen appels die taart, moes of sap niet waardig zijn, kun je nog gebruiken. Op de composthoop, bijvoorbeeld! Wil je meer weten over composteren, klik dan hier.