Vetplanten planten, verzorgen en vermeerderen

Vetplanten zijn zeer bijzondere gewassen. Hun ongewone vormen maken hen zo onderscheidend. En nog beter: Vetplanten zijn heel gemakkelijk te verzorgen.

Vetplanten zien er heel anders uit dan andere planten in de tuin, op het balkon of in de vensterbank. Soorten zoals de aloë, de gasteria of het steenkruid, alsook de echeveria en het rozetdikkopblad vallen op met hun dikke, vlezige bladeren en scheuten.

De naam van de vetplanten komt niet uit het niets. Het is afgeleid van het Latijnse woord "suculentus". Dit betekent "rijk aan sap" en verwijst duidelijk naar de wateropslag van de planten. Deze zijn zowel in de bladeren als in de stengels aanwezig. De wateropslag stellen de planten in staat om zelfs zeer lange perioden zonder water te overleven. Daardoor zijn ze zeer robuust, en ideaal voor plantenliefhebbers die af en toe vergeten water te geven.

Door hun opvallende uiterlijk zijn vetplanten perfect geschikt als decoratie. Ze passen goed in jouw interieur. Plaats ze bijvoorbeeld in een hangende tuin of bouw een mooie plantenwand voor de planten.

Vetplanten staan ook prachtig in mooie schalen of potten van zink, klei of terracotta. Ze zijn ook een echte blikvanger in een bloempot gemaakt van een boomstam.

Vetplanten hebben niet veel ruimte nodig. Je kunt dus verschillende soorten combineren om een levendige plantenhoek te creëren. Deze verschillende soorten kunnen zelfs in dezelfde pot worden geplant. Je kunt ze op een trap plaatsen of op een plank rangschikken, ze zullen altijd een highlight in jouw woonruimte zijn. Als je een huismuur of tuinmuur hebt die je wilt vergroenen, kun je een verticale tuin aanleggen met vetplanten en regengoten.

Er zijn veel keuzes onder de niet-winterharde vetplanten beschikbaar. De aloë, kalanchoë of echeveria zijn als kamerplant verkrijgbaar. In de zomer gedijen ze echter ook thuis, buiten op het balkon of in de tuin. Winterharde soorten zoals steenklokjeskruid of huisjesmelisse, kunnen in rotstuinen of op droge stenen muren worden geplant. Ze staan ook mooi op bakken of andere plantenbakken die je in de winter buiten laat staan.

Zoals eerder vermeld zijn vetplanten gemakkelijk te verzorgen. Bovendien voelen ze zich zelfs in de kleinste ruimte thuis. Plaats ze daarom ook eens in ongebruikelijke bakjes. Ze kunnen bijvoorbeeld op een oud stuk klei of een dakpan, evenals in versleten tuinschoenen groeien.

Zorg ervoor dat bij het planten de grond goed waterdoorlatend is. Cactusaarde bijvoorbeeld, is zeer geschikt. Een andere mogelijkheid is potgrond te mengen met zand. Hierin gedijen verplanten ook zeer goed. Het enige belangrijke is dat het water goed kan weglopen, want de planten kunnen geen waterophoping verdragen. Drainagegaten in de potten of andere bakken zijn daarom belangrijk. Een drainagelaag op de bodem van de pot biedt extra bescherming tegen te veel vocht. Dankzij het zeer doorlatende materiaal zoals geëxpandeerde klei, dat voor de drainagelaag wordt gebruikt, wordt waterophoping vrijwel voorkomen.

Bedek de grond van de vetplanten met grind. Op die manier kunnen de rozetten niet op het substraat terechtkomen en beginnen te rotten.

Vetplanten zien er zeer fraai uit als je wat grotere kiezelstenen tussen de planten legt. Je kunt ze langs de rivier vinden of ze in de bouwmarkt kopen. Op een zonnige plek in de tuin, op het terras of balkon zullen de planten goed gedijen. Je kunt ze ook een plekje in het appartement geven. Er moet echter veel directe zon aanwezig zijn.

Vetplanten kunnen langdurige droogte zeer goed aan. En ze verdragen doorgaans ook hoge temperaturen. Het water dat in de bladeren en stengels is opgeslagen, voorziet ze zelfs in extreme omstandigheden, gedurende lange tijd van alles wat ze nodig hebben. De planten verdampen ook heel weinig vocht.

Vetplanten die buiten groeien, mogen in het begin geen water krijgen. Alleen als het lange tijd erg droog is, moet je de planten water geven. Geef planten op tegen regen beschutte plaatsen of binnenshuis alleen water wanneer de grond droog is. Vetplanten verdragen droogte veel beter dan te veel nattigheid.

Bemest de planten hoogstens om de drie à vier weken. Gebruik echter slechts de helft van de op de verpakking van de vloeibare meststof aanbevolen hoeveelheid, of gebruik een meststof speciaal voor cactussen.

Veel vetplanten kunnen gemakkelijk worden vermeerderd. Dit kan bijvoorbeeld met een bladrozet worden gedaan. Plaats ze in zanderige grond. Je kunt ook zijscheuten of losse bladeren voor vermeerdering gebruiken. Zet ze met de voet in kweekaarde. Daar zullen ze vrij snel wortels vormen.

Soms kun je al wortels op de uitlopers van de moederplant ontdekken. Deze groeien dan zeer snel in de grond.

Het is het beste om de vetplanten in de lente of de zomer te vermeerderen. Als dit tot vochtige stekken leidt, laat ze dan twee tot drie dagen drogen. Bevochtig de grond slechts in beperkte mate, en zet de zaaipotjes op een schaduwrijke plaats.

In de winter zijn lichte en koele plaatsen ideaal voor vetplanten. Dit kan bijvoorbeeld een raam op het zuiden zijn.

Kamperfoelie en steenkroos zijn vorstbestendig. Je kunt ze dus tijdens het koude seizoen in de tuin of op het balkon laten staan. Zet de planten op een plaats die beschut is tegen de regen, zodat het vocht de vetplanten niet kan beschadigen. Als de vetplanten in een bed groeien, is een goede waterdoorlatende bodem vooral in de winter belangrijk. Anders wordt de grond snel te nat voor de planten. En nattigheid is gevaarlijker voor hen dan vrieskou.

Denk er nu ook aan om de rest van je planten winterklaar te maken. Om niets te vergeten, volgen hier alle tips voor de tuin en de verschillende  planten.

Als u meer wilt weten over wanneer welke tuinklussen moeten worden uitgevoerd, kunt u het juiste tijdstip voor alle belangrijke taken vinden in onze tuinkalender.