Batterij plaatsen/verwisselen
Voor het gebruik van het meetgereedschap wordt het gebruik van alkali-mangaanbatterijen aanbevolen.
- Klap de aanslagplaat (3) uit.
- Open het batterijvakdeksel.
- Plaats de batterijen.
Wanneer het lege batterijsymbool voor de eerste keer op het display verschijnt, dan is nog maar een gering aantal metingen mogelijk.
- Vervang altijd alle batterijen tegelijk. Gebruik alleen batterijen van één fabrikant en met dezelfde capaciteit.
- Let er hierbij op dat de polen juist worden geplaatst volgens de afbeelding op de binnenkant van het batterijvak.
- Haal de batterijen uit het meetgereedschap, wanneer u dit langere tijd niet gebruikt. De batterijen kunnen bij een langere periode van opslag corroderen en zichzelf ontladen.