Ingebruikname
- Let op de netspanning! De spanning van de stroombron moet overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje van het elektrische gereedschap.
- Let erop dat de basiseenheid tijdens het gebruik geen stof of ander vuil kan aanzuigen.
- Let erop dat u nooit op de basiseenheid spuit.
- Onderbreek de spuitbewerking, wanneer er tijdens het spuiten vloeistof op andere plaatsen dan de daarvoor bestemde spuitkop naar buiten komt en breng het spuitpistool weer in een correcte toestand. Er bestaat gevaar voor elektrische schokken.
- Spuit niet op uzelf, andere personen of dieren.
Inschakelen (zie afbeelding E)
- Controleer of de juiste verfspuitmond gemonteerd is.
- Steek de netstekker in het stopcontact.
- Neem het spuitpistool in uw hand en richt het op het spuitoppervlak.
- Schuif de aan/uit-schakelaar (22) naar voren.
- Druk op de bedieningsschakelaar (6) op het spuitpistool.
Aanwijzing: Wanneer de basiseenheid ingeschakeld is, stroomt er bij de luchtkap (2) altijd lucht naar buiten.
Uitschakelen
- Laat de bedieningsschakelaar (6) los en schuif de aan/uit-schakelaar (22) naar achteren.
- Trek de netstekker uit het stopcontact.