Modi

  • De zaagdiepte aanpassen aan de dikte van het werkstuk. Er dient minder dan een volledige tandhoogte onder het werkstuk zichtbaar te zijn.

De spanhendel (27) losdraaien. Voor een geringere zaagdiepten de zaag van de voetplaat (12) af trekken, voor een grotere zaagdiepte, de zaag naar de voetplaat (12) toe drukken. Stel de gewenste maat op de zaagdiepteschaalverdeling in. De spanhendel (27) weer vastdraaien.

De vleugelschroeven (7) en (14) losdraaien. Draai de zaag opzij. De gewenste maat instellen op de schaalverdeling (5). De vleugelschroeven (7) en (14) weer vastdraaien.

Opmerking: Bij verstekzaagsneden, is de snijdiepte minder dan de weergegeven waarde op de zaagdiepteschaalverdeling (28).

Het naar voren uitklapbare kijkvenster "CutControl" (9) dient voor de precieze geleiding van de cirkelzaag aan de op het werkstuk aangebrachte zaaglijn. Het kijkvenster „CutControl“ (9) heeft telkens een markering voor haaks zagen en voor 45° zagen.

De zaagmarkering 0° (30) toont de positie van het zaagblad bij het haaks zagen. De zaagmarkering 45° (29) toont de positie van het zaagblad bij een 45°-zaagsnede.

Zet de cirkelzaag zoals in de afbeelding aangegeven tegen het werkstuk om maatzuiver te zagen. U kunt het best eerst proefzagen.

De zaagmarkering 0° (30) toont de positie van het zaagblad bij het haaks zagen. De zaagmarkering 45° (29) toont de positie van het zaagblad bij een 45°-zaagsnede.

Zet de cirkelzaag zoals in de afbeelding aangegeven tegen het werkstuk om maatzuiver te zagen. U kunt het best eerst proefzagen.