Referentievlak kiezen

Voor de meting kunt u uit verschillende referentievlakken kiezen:

de achterkant van het meetgereedschap (bijv. als het tegen een muur wordt gelegd)

de punt van de 180° geklapte aanslagplaat (3) (bijv. voor metingen vanuit hoeken)

de voorkant van het meetgereedschap (bijv. bij het meten vanaf de rand van een tafel)

  1. Druk op de knop .
  2. Kies het gewenste referentievlak.

Telkens na het inschakelen van het meetgereedschap is de achterkant van het meetgereedschap als referentievlak vooringesteld.

Het is niet mogelijk om achteraf het referentievlak van reeds uitgevoerde metingen (bijv. bij aanduiding van meetwaarden in de meetwaardelijst) te veranderen.

Meten met aanslagplat

Het gebruik van de aanslagplaat (3) is bijv. geschikt voor metingen vanuit hoeken (ruimtediagonaal) of moeilijk bereikbare plekken.
Klap de aanslagplaat (3) uit.

Stel het referentievlak voor metingen met aanslagplaat dienovereenkomstig in het meetgereedschap in.
Na beëindiging van de meting klapt u de aanslagplaat (3) weer in.