Ingebruikname
- Bescherm het meetgereedschap tegen vocht en fel zonlicht.
- Stel het meetgereedschap niet bloot aan extreme temperaturen of temperatuurschommelingen. Laat het bijv. niet gedurende langere tijd in de auto liggen. Laat het meetgereedschap bij grotere temperatuurschommelingen eerst op temperatuur komen, voordat u het in gebruik neemt. Bij extreme temperaturen of temperatuurschommelingen kan de nauwkeurigheid van het meetgereedschap nadelig beïnvloed worden.
- Vermijd krachtige stoten of vallen van het meetgereedschap. Door schade aan het meetgereedschap kan de nauwkeurigheid in het gedrang komen. Vergelijk na een heftige schok of val de laserlijn ter controle met een bekende horizontale of verticale referentielijn.
- Het meetgereedschap tijdens transport uitschakelen. Bij het uitschakelen wordt de pendeleenheid vergrendeld. Anders kan deze bij heftige bewegingen beschadigd raken.
In-/uitschakelen
Voor het inschakelen van het meetgereedschap schuift u de aan/uit-schakelaar (4) naar boven. Het meetgereedschap zendt direct na het inschakelen twee laserlijnen uit de opening (5).
Voor het uitschakelen van het meetgereedschap schuift u de aan/uit-schakelaar (4) naar beneden over de opening (5).
- Laat het ingeschakelde meetgereedschap niet onbeheerd achter en schakel het meetgereedschap na gebruik uit. Andere personen kunnen door de laserstraal verblind worden.