Ingebruikname

Aanwijzing: Het gebruik van accu's die niet geschikt zijn voor uw elektrische gereedschap, kan leiden tot verkeerd functioneren of beschadiging van het elektrische gereedschap.

Zet de draairichtingschakelaar (10) in het midden om per ongeluk inschakelen te verhinderen. Plaats de geladen accu (7) in de greep tot deze voelbaar vastklikt en gelijk met de greep ligt.

Met de draairichtingschakelaar (10) kunt u de draairichting van het elektrische gereedschap veranderen. Bij ingedrukte aan/uit-schakelaar (11) is dit echter niet mogelijk.

Rechtsdraaien: voor het boren en indraaien van schroeven drukt u de draairichtingschakelaar (10) naar links tot aan de aanslag door.

Linksdraaien: voor het losdraaien of uitdraaien van schroeven drukt u de draairichtingschakelaar (10) naar rechts tot aan de aanslag door.

Druk voor ingebruikname van het elektrische gereedschap op de aan/uit-schakelaar (11) en houd deze ingedrukt.

De LED (8) brandt bij iets of helemaal ingedrukte aan/uit-schakelaar (11) en hiermee kan het werkbereik bij ongunstige lichtomstandigheden verlicht worden.

Om het elektrische gereedschap uit te schakelen, laat u de aan/uit-schakelaar (11) los.

U kunt het toerental van het ingeschakelde elektrische gereedschap traploos regelen naarmate u de aan/uit-schakelaar (11) indrukt.

Lichte druk op de aan/uit-schakelaar (11) heeft een laag toerental tot gevolg. Met toenemende druk wordt het toerental hoger.

Met de instelring draaimomentinstelling (3) kunt u het noodzakelijke draaimoment in 20 standen instellen. Bij een juiste instelling wordt het bit/de boor gestopt, zodra de schroef vlak in het materiaal is gedraaid of het ingestelde draaimoment is bereikt. In positie is de veiligheidskoppeling gedeactiveerd, bijv. om te boren.

Kies bij het uitdraaien van schroeven eventueel een hogere instelling of kies het symbool .

  • U kunt de toerentalschakelaar (5) bij stilstaand of bij draaiend elektrisch gereedschap bedienen. Dit moet echter niet bij maximale belasting of maximaal toerental worden gedaan.

Stand I:

Laag toerentalbereik. Voor werkzaamheden met een grote boordiameter en voor het in- en uitdraaien van schroeven.

Stand II:

Hoog toerentalbereik. Voor werkzaamheden met een kleine boordiameter.

UniversalDrill 18V-60:

Schroeven

Stel de instelring draaimomentinstelling (3) op het gewenste draaimoment in.

Boren

Zet de instelring draaimomentinstelling (3) op het symbool „Boren“.

UniversalImpact 18V-60:

Schroeven

Zet de instelring modusinstelling (4) op het symbool „Schroeven“.

Stel de instelring draaimomentinstelling (3) op het gewenste draaimoment in.

Boren

Zet de instelring modusinstelling (4) op het symbool „Boren“.

Klopboren

Zet de instelring modusinstelling (4) op het symbool „Klopboren“.

Als de aan/uit-schakelaar (11) niet is ingedrukt, wordt de uitgaande as en dus de gereedschapopname (1) vergrendeld.

Hierdoor kunnen schroeven, ook als de accu (7) leeg is, worden ingedraaid of kan het elektrische gereedschap ook als schroevendraaier worden gebruikt.

Bij reglementair gebruik kan het elektrische gereedschap niet overbelast worden. Bij een te sterke belasting of het overschrijden van de toegestane accutemperatuur schakelt de elektronica het elektrische gereedschap uit tot dit zich weer in het optimale werktemperatuurbereik bevindt.