Toerentalinstelling
Met de toets modus (12) kunt u het benodigde toerental in 3 standen instellen. Druk zo vaak op de toets tot de gewenste instelling in de toerentalaanduiding (11) te zien is. De gekozen instelling wordt opgeslagen.
Het vereiste toerental is afhankelijk van het materiaal en de werkomstandigheden en kan door praktische tests bepaald worden.
De gegevens in de volgende tabel zijn geadviseerde waarden.
Basisinstelling toerental bij stand | |||
---|---|---|---|
1 | 2 | 3 | |
[min–1] | [min–1] | [min–1] | |
Aantal toerentalstanden | |||
3 | 1200 | 1700 | 2300 |
Met de toets voor toerentalinstelling kunt u het noodzakelijke toerental ook tijdens het gebruik instellen.