Ingebruikname
- Let op de netspanning! De spanning van de stroombron moet overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje van het elektrische gereedschap.
- Let erop dat de basiseenheid tijdens het gebruik geen stof of ander vuil kan aanzuigen.
- Let erop dat u nooit op de basiseenheid spuit.
- Onderbreek de spuitbewerking, wanneer er tijdens het spuiten vloeistof op andere plaatsen dan de daarvoor bestemde spuitkop naar buiten komt en breng het spuitpistool weer in een correcte toestand. Er bestaat gevaar voor elektrische schokken.
- Spuit niet op uzelf, andere personen of dieren.
Inschakelen (zie afbeelding D)
- Controleer of de juiste spuitkop gemonteerd is. zie Spuitkop wisselen (zie afbeeldingen B1–B2)
- Steek de netstekker in het stopcontact.
- Neem het spuitpistool in uw hand en richt het op het spuitoppervlak.
- Druk voor inschakelen op de aan/uit-toets (25).
- Zet voor het regelen van het luchtvolume de aan/uit-toets (25) op de gewenste toepassing zie Luchtvolume instellen (zie afbeelding D).
- Druk op de bedieningsschakelaar (5) op het spuitpistool.
Aanwijzing: Wanneer de basiseenheid ingeschakeld is, stroomt er bij de luchtkap (2) altijd lucht naar buiten.
Uitschakelen
- Laat de bedieningsschakelaar (5) los en druk voor uitschakelen op de aan/uit-toets (25).
- Trek de netstekker uit het stopcontact.