Ja, de afvoer is gratis. Batterijen en accu’s kunnen bij alle inzamelpunten worden afgegeven. Oude machines kunt u bij uw dealer afgeven.
In de reserveonderdelencatalogus vindt u alle explosietekeningen van onze toestellen van de laatste 30 jaar. Om het juiste onderdeel voor uw machine te vinden heeft u het 10-cijferig machinenummer nodig, dit staat op het typeplaatje van uw machine. Voert u dit nummer aub in het veld "artikel referentie" in, zodat u de daarbij behorende explosietekening kunt oproepen. Als u dit nummer gebruikt dan weet u zeker dat u het juiste onderdeel bestelt. Als u namelijk een ouder of nieuwer model selecteert kan het voorkomen dat het onderdeel niet in uw machine past. Als het 10-cijferig nummer niet meer leesbaar is, neem dan aub contact op met onze service-hotline: Tel: 076 / 5795400 Mail: aftersales.services@bosch.com Ma - vr: 8 – 17 uur
Dat kan volgende redenen hebben: i. Het gaat om een accessoire en niet om een reserveonderdeel. Een overzicht van onze accessoires krijgt u op https://www.bosch-pt.com/nl/nl/elektrisch-gereedschap/elektrisch-gereedschap.html ==> toebehoren voor elektrisch gereedschap of bij uw handelaar. ii. Het gewenste onderdeel behoort tot een bouwgroep. In dit geval is het alleen mogelijk om de volledige bouwgroep te bestellen. iii. Het gewenste onderdeel is niet beschikbaar of niet meer leverbaar. Om meer informatie over de levertijden te verkrijgen, kunt u contact met onze servicehotline opnemen
Tel: 076 / 579 54 81 Mail: aftersales.services@bosch.com Ma - vr: 8 – 17 uur
Bij bestellingen via de onlineshop wordt een vast orderbedrag van 7,50 € (incl. BTW) aangerekend. Onder deze kosten vallen ook het verpakken en de expreslevering waarmee wij voor u zeker stellen dat uw ondereel de volgende werkdag in goede staat zal worden geleverd.
Stelt u bij de levering van de zending externe schade aan het pakket vast, weiger de levering dan aan te nemen, het pakket zal daarop worden teruggezonden en uw betaling teruggedraaid. Mocht u het pakket al hebben aangenomen en het onderdeel niet passen of kapot zijn, laat het ons dan weten en dan proberen we het zo snel mogelijk voor u op te lossen.
Onderdelen zijn vaste bestanddelen van een elektrisch gereedschap. Ze behoren tot de basisuitrusting - zonder hen is het gebruik van de machine niet mogelijk. Onderdelen zijn bij voorbeeld: een tandriem, de motor of een set koolborstels. Accessoires zijn functie-uitbreidende artikelen voor de machine, zonder deze accessoires kan een machine wel heel normaal gebruikt worden. Accessoires zijn bijvoorbeeld: zaagbladen, Koffer, extra handgreep, schuurpapier en boren.
Door u te registreren profiteert u gratis van alle huidige en toekomstige diensten, zoals 3 jaar garantie of doe-het-zelf-deals.
Na registratie voor de SingleKey ID kunt u inloggen op de inlogpagina. Tijdens de registratie wordt u gevraagd om een persoonlijk doe-het-zelf-gebruikersprofiel aan te maken.
De aanbieding geldt voor alle Bosch DIY & Garden elektrische-, tuin- en meetgereedschappen (groene apparaten). Uitgesloten zijn accu-packs, opladers en aan slijtage onderhevige onderdelen. Voorwaarde is een online registratie van het gereedschap binnen vier weken na aankoop.
In het doe-het-zelfportaal kunnen Bosch DIY & Garden (DIY), Bosch Professional, elektrische gereedschappen van andere fabrikanten en handgereedschappen worden geregistreerd. Houd er rekening mee dat de garantie van 3 jaar alleen kan worden geregistreerd voor Bosch DIY (groen).
Voor het verzilveren van een doe-het-zelf-deal is een Bosch DIY-gebruikersprofiel vereist. Als u al een Bosch DIY-gebruikersprofiel hebt aangemaakt, meldt u zich aan en registreert u uw nieuw aangeschafte Bosch DIY-gereedschap of tuingereedschap. Bij het registreren van de tool verschijnt er een pop-up met de mogelijkheid om mee te doen aan een bijpassende doe-het-zelf deal.
In dit geval sluiten de garantievoorwaarden van Bosch Power Tools de activering van de 3 jaar garantie uit. Neem bij verdere vragen contact op met de klantenservice.
De Uneo heeft een accu met een vermogen van 10,8 volt en een slagkracht van 0,5 joule. De Uneo Maxx heeft een accu met een vermogen van 14,4 volt en een slagkracht van 0,6 joule. De Uneo heeft twee schroeftandwielen. De Uneo Maxx heeft die niet.
De 1200 heeft een vervangbare accu, terwijl de 12 een ingebouwde accu heeft.
Ja, omdat de meetstraal daardoor kan worden geabsorbeerd of er gedeeltelijk door kan worden weerkaatst. Dit kan resulteren in onjuiste metingen.
De metingen worden digitaal weergegeven.
Detectie heeft betrekking op het zoeken en lokaliseren van insluitsels en holtes in gebouwen en bouwmaterialen.
Bij rotatielasers kan de straal horizontaal roteren rond de laser en daarmee in de praktijk een straal in meerdere richtingen projecteren.
Het maaimes is aan de bovenkant gekromd, zodat het ook recent gemaaid gras kan verzamelen in de grasvangbak.
De maximale maaihoogte voor grasmaaiers is 70 mm.
Als u de Rotak buiten in de regen hebt laten staan, kunt de accu nog altijd op de gewoonlijke wijze aanbrengen en met maaien beginnen.
Nee, momenteel is alleen de ALS 25 beschikbaar (bekabeld).
Nee, dat is niet mogelijk.
Deze trimmer kan niet worden omgebouwd.
U moet absoluut de handleiding lezen. Dat komt omdat er op het gebied van accu's sprake is van een snelle technologische transformatie. Dit vraagt in bepaalde situaties om nieuwe toepassingen en gebruikswijzen
Accu's van bekende merken, en met name de accu's die in het tuingereedschap van Bosch worden gebruikt, worden beschermd door diverse veiligheidsmechanismen. Een explosie is vrijwel onmogelijk. Desondanks moet kortsluiting van de accu of mechanische schade aan de accu koste wat het kost worden vermeden.
Lithium-ion-accu's moeten normaliter bij kamertemperatuur worden opgeslagen. Opslag bij hogere temperaturen zal de bruikbare levensduur van de accu verkorten. Lithium-ion-accu's kunnen defect raken bij temperaturen boven de 55 °C en hun lading kan volledig uitgeput raken bij temperaturen onder de -15 °C. Lithium-ion-accu's mogen in volledig opgeladen niet worden opgeslagen. De activiteit in een volledig opgeladen cel is namelijk hoger dan voor een gedeeltelijk opgeslagen cel. Hierdoor zal een volledig opgeslagen cel sneller verouderen.
Lithium-ion-accu's zijn gebaseerd op innovatieve technologie die gebruikmaakt van lithium als onderdeel van de elektrodes. Ze verschillen fundamenteel van op nikkel gebaseerde accu's. En met 3,6 volt ligt hun celspanning drie keer hoger dan die van een nikkel-cadmiumaccu. Bij lithium-ion-accu's kan er met minder cellen worden volstaan. Dit maakt uw elektrische gereedschap compacter en lichter of verleent het meer vermogen als die dezelfde omvang behoudt. Lithium-ion-accu's kennen een aanzienlijk lagere ontlading. Verder hebben ze in tegenstelling tot nikkel-cadmiumaccu's geen invloed op het geheugen.
U kunt ze retourneren bij de dealer waarbij u het elektrische gereedschap hebt aangeschaft. De dealer zal de accu's inzamelen en overdragen aan de fabrikant van het elektrische gereedschap, die zorg zal dragen voor professionele recycling.
Het geheugeneffect treedt op in nikkel-cadmium (NiCd)-accu's die niet volledig zijn ontladen. Als een deel van de accu niet wordt gebruikt, 'onthoudt' de accu dat. Het onderbenutte deel van de accu is in dat geval niet langer beschikbaar voor de opslag van energie. Bij lithium-ion-accu's kan dit geheugeneffect niet optreden.
Nee. U moet de snelheid aan de materiaaleigenschappen aanpassen.
Hoe zachter het materiaal, des te hoger de snelheid. Hoe harder het materiaal, des te lager de snelheid.
Omdat de nominale hardheid van materialen aanzienlijk kan verschillen, zou u altijd moeten boren met een snelheid die is afgestemd op het materiaal en de diameter van de boorbit.
In onze technische literatuur treft u gedetailleerde toepassingstabellen aan. De snelheden die in deze tabellen worden aangegeven dienen als een vereenvoudigd richtsnoer waarmee u goede resultaten kunt verkrijgen tijdens het gebruik van handbediende machines.
Soms zijn verschillende snelheden van toepassing op speciale boren en kernbits. In deze gevallen raden wij u aan om uit te gaan van de snelheidswaarden die op de verpakking of in de handleiding zijn vermeld. Als de snelheid van de gebruikte boor niet precies is aangegeven, moet u de dichtstbijzijnde waarde gebruiken.
Het belangrijkste risico voor de gebruiker van de boor heeft betrekking op de potentiële terugdraaimomenten. Terugdraaimomenten worden veroorzaakt door een verhoogd koppel van de boor als gevolg van de toenemende wrijving van de boor in het boorgat. Dit geldt voor de volgende situaties:
Diepboringen
Het boren van gaten met grote diameters
Het vastlopen van de boor in het boorgat of het vastlopen tijdens het verwijderen van de boor uit het werkstuk
Het vastlopen van de boor, en dientengevolge het elektrische gereedschap, kan resulteren in aanzienlijk grote en gevaarlijke terugdraaimomenten
De terugdraaimomenten die tijdens het boren kunnen optreden kunnen als volgt worden vermeden: Maak altijd gebruik van scherpe boren die in perfecte staat verkeren. Beschadigde of botte boren zorgen voor veel meer wrijving en kunnen snel vastlopen of geblokkeerd raken.
Bij diepboringen moet u de spaanders verwijderen door de boor regelmatig terug te trekken. Dit reduceert de wrijving van de boor en daarmee de kans op vastlopen.
Selecteer de juiste snelheid en zet het werkstuk goed vast wanneer u gaten met een grote diameter boort.
Over het algemeen zou u moeten voorboren als u gaten in metaal boort met een diameter groter dan 6 mm. Deze maatregel zorgt ervoor dat u minder aandrukkracht nodig hebt. Dit komt met name van pas bij het boren in dunne metalen platen, omdat u de aandrukkracht zo nauwkeuriger kunt aanpassen bij het verwijderen van de boor uit het werkstuk. Dit voorkomt dat de rand van de boorbit vasthaakt. Als vuistregel zou u een boorbit voor voorboren moeten selecteren met een diameter die overeenkomt met de breedte van de beitelrand van de grote boorbit.
U kunt voor terugdraaimomenten compenseren door de machine op veilige wijze te hanteren. Daarom is het nodig om de boor met beide handen vast te houden en te geleiden. Als voor een bepaalde boor een extra handgreep wordt meegeleverd, moet u die eveneens gebruiken.
De spindel is stevig bevestigd in de lagers van de boor. Dit resulteert in een uiterst nauwkeurige rondloopnauwkeurigheid. Hiermee wordt ook de snelheid voor boren in metaal geoptimaliseerd. Bij een klopboormachine is de spindel tussen de lagers gepositioneerd, zodat die vrijelijk kan bewegen. Al naar gelang het systeem is de rondloopnauwkeurigheid minder goed dan die van simpele boren. De snelheid ligt over het algemeen hoger dan bij simpele boren. Dat komt omdat klopboormachines ook worden gebruikt om in steen te boren, en daarvoor is een hoog aantal slagen nodig.
De elektrische handgereedschappen voor frezen worden aangeduid met de verzamelnaam "bovenfrezen". Bovenfrezen bevinden zich tijdens gebruik meestal boven het werkstuk.
Bovenfrezen verschillen van elkaar qua toepassing en stroomverbruik. Standaard bovenfrezen zijn:
Multifunctionele gereedschappen
Kantenfrezen
Eenvoudige bovenfrezen
De belangrijkste kans op letsel tijdens het frezen houdt verband met de scherpe freesbit. Dit is het geval als het gereedschap is ingeschakeld en als het is uitgeschakeld. Bovenfrezen werken op zeer hoge toerentallen. Een onjuist gebruik kan zorgen voor terugslag van de machine. U mag alleen gebruikmaken van scherpe freesbits die in een perfecte staat verkeren. De freesbits moeten geschikt en toegestaan zijn voor de gebruikte bovenfrees. Botte of beschadigde freesbits kunnen zorgen voor sterke trillingen, terugslag van de machine en breuk van de freesbit. U kunt letsel als gevolg van contact met de bovenfrees voorkomen door de volgende maatregelen te nemen:
Bedien de machine met beide handen en hou die vast in de daarvoor bestemde greepgebieden.
Verwijder de freesbit van de bovenfrees zodat u klaar met werken bent.
Bij het frezen van uitsteeksels moet de voedingsrichting altijd tegengesteld zijn aan de draairichting van de freesbit (upcut-frezen). Bij frezen in de draairichting van de freesbit (downcut-frezen) kan de machine niet langer veilig worden gebruikt, zeker niet als er sprake is van iets grotere spaandikten. Als de machine sterk zwenkt, kunt u de controle over de frees verliezen. Daarmee wordt de kans op een ongeluk enorm groot. De frees moet tijdens gebruik altijd stevig worden vastgehouden.
U zou de voedingsdruk zodanig moeten afstellen dat de snelheid van de machine niet te veel afneemt en de machine dientengevolge geen trillingen veroorzaakt.
Hout is relatief zacht en laat zich makkelijk bewerken. Als er op de werklocatie echter sprake is van een hoge temperatuur, is de kans op ontbranding hoger als u de freesbit te lang op dezelfde plek houdt.
Elasticiteit, met name van zacht hout met lange vezels, oefent een vastloopeffect op de freesbit uit. Daarmee ontstaat extra wrijvingswarmte. Als u uit bent op goede werkresultaten, is het zeker bij massief hout belangrijk om rekening te houden met de vezels.
Over het algemeen kunt u alle materialen die voor frezen zijn geschikt bewerken, en met name houten materiaal. Metalen kunnen echter alleen met zware, stationaire freesmachines worden bewerkt. Alleen dunne aluminium platen kunnen ook met een handfrees worden bewerkt.
Wat een elektrische schaafmachine gevaarlijk maakt is dat de schaafschacht (de schaaffrees) op hoge snelheid draait. Door het trillende gewicht blijft de schaaffrees geruime tijd draaien nadat de elektrische schaafmachine is uitgeschakeld. De schaaffrees mag daarom niet in contact komen met de gebruiker en objecten zoals de werkbank voordat die volledig tot stilstand is gekomen.
Om risico's te vermijden zou u de schaafmachine pas moeten neerzetten zodra de schaaffrees tot stilstand is gekomen. Het beste is om gebruik te maken van een type schaafmachine die een veiligheidsoptie biedt voor het neerzetten daarvan (een zogenaamd parkeersysteem). Dit apparaat zorgt ervoor dat de schaaffrees niet in aanraking kan komen met het werkoppervlak. Desalniettemin zou u ervoor moeten zorgen dat het werkoppervlak vrij van objecten is.
Als u de schaafmachine verwijdert, moet de drukkracht op de achterste basisplaat van de schaafmachine liggen. Als dat niet het geval is, zal het gereedschap een deuk in het verwijderingsgebied maken.
Alle bewerkbare materialen kunnen worden geschaafd. Elektrische handschaven worden bijna uitsluitend gebruikt voor het bewerken van hout en houten materialen. Kunststof kan worden bewerkt als er sprake is van een kleine schaafbreedte (circa 20-50 mm, al naar gelang het type kunststof).
Indien mogelijk moet u de schaafrichting zodanig uitkiezen dat u niet tegen de vezel in schaaft, omdat dit van negatieve invloed kan zijn op de oppervlaktekwaliteit. Het ietwat schuin aanbrengen van de schaafmachine kan zorgen voor een treksnijbeweging. Dit heeft een positief effect op de oppervlaktekwaliteit (het blad van de schaaf helt wanneer die het werkstuk binnengaat in plaats van loodrecht op de voedingsrichting te staan).
Alle materialen met absorberende of poreuze oppervlakken die ook hittebestendig zijn kunnen met een warm lijmpistool worden gelijmd. Typische materialen zijn hout, houten materialen, van steen en vezelmaterialen zoals doek, leer, karton en papier.
Materialen met zachte, niet-absorberende oppervlakken, zoals glas, metaal en zachte of hittegevoelige kunststof zoals polystyreenschuim, kunnen niet worden gelijmd. In geval van twijfel moet u het voor gebruik uitproberen.
Warme lijmpistolen zijn bijzonder veilig vanuit elektrisch opzicht, maar net zoals elke elektrische en elektronische apparatuur zouden ze niet onbewaakt moeten achterblijven als ze zijn ingeschakeld. En vanwege het hoge smeltpunt van de lijm van 150–180 °C dient u tijdens gebruik voorzichtig met het lijmpistool om te gaan om brandwonden te voorkomen.
De lasers die in de meetgereedschappen van Bosch worden gebruikt zijn van laserklasse 2, die als niet gevaarlijk wordt aangemerkt. Daarom hoeft u geen gebruik te maken van speciale beschermingsmaatregelen. Laserstralen mogen ongeacht hun beschermingsklasse echter nooit direct op iemands ogen worden gericht.
Het traject van het meetgereedschap naar het meetobject moet vrij zijn van obstakels. Elk obstakel zal de meting in de weg zitten.
Daarnaast kunnen er onjuiste metingen optreden als rook of stof de meetstraal absorbeert of gedeeltelijk weerkaatst.
Nivelleringsgereedschappen zijn meetinstrumenten voor het bepalen van de relatieve hoogte van objecten.
Door laserlijnen op de muur te projecteren maakt nivelleringsgereedschap op basis van lasertechnologie het eenvoudiger om onder meer fotolijsten, planken en muurkasten met grotere nauwkeurigheid op te hangen en nauwkeurig ten opzichte van elkaar uit te lijnen.
U kunt vrijwel alle materialen met een elektrische handzaag bewerken, met uitzondering van bepaalde materialen op basis van mineraal en gas.
De grootste kans op letsel tijdens het zagen met elektrisch gereedschap houdt verband met het zaagblad. Dit is het geval als het gereedschap is ingeschakeld en als het is uitgeschakeld. Daarnaast bestaat bij toepassingsfouten het gevaar van terugslag van de machine. U mag alleen gebruikmaken van scherpe zaagbladen die in een perfecte staat verkeren. De zaagbladen moeten geschikt en toegestaan zijn voor de gebruikte zaag. Botte of beschadigde zaagbladen kunnen ervoor zorgen dat de machine vastloopt of geblokkeerd raakt. U kunt letsel als gevolg van contact met het zaagblad voorkomen door de volgende maatregelen te nemen:
Verwijder nooit beschermkappen. Hou ze open of bewerk ze op een andere manier.
Bedien de machine met beide handen en hou die vast in de daarvoor bestemde greepgebieden.
Stop kettingzagen na gebruik in een beschermhoes.
Bij alle andere zagen (met uitzondering van cirkelzagen) moet u het zaagblad uit de zaag verwijderen zodra u klaar bent met werken.
U moet aanpasbare beschermende apparatuur, zoals het spouwmes, conform de richtlijnen aanbrengen en afstellen.
De zaag moet tijdens gebruik altijd stevig worden vastgehouden. U zou de voedingsdruk zodanig moeten afstellen dat de zaag niet vastloopt of wordt geblokkeerd. Dit zou namelijk kunnen resulteren in terugdraaimomenten.
Het komt erop neer dat u met een grove korrel begint en met elke bewerking overstapt op een fijnere korrel. Als vuistregel zou u voor elke opeenvolgende bewerking een twee keer fijnere korrel moeten gebruiken.
Voorbeeld: Korrelvolgorde 40 – 80 – 180 – 360 – 600 – 1200
Het schuren van oppervlakken wordt oppervlakteafwerking genoemd. Het snijden van materialen door middel van schuren wordt doorslijpen of diepslijpen genoemd.
Beperkt u tot de toepassingen die door de fabrikant zijn aangegeven
Maak alleen gebruik van schuurmiddelen die door de fabrikant zijn aangewezen
Maak gebruik van optimale procedures voor stofafzuiging
Draag een veiligheidsbril
Maak gebruik van een veiligheidsmasker
Maak gebruik van oorbeschermers
Bijna alle massieve materialen kunnen worden geschuurd. Alleen specifieke typen materialen zoals elastomeren kunnen niet worden geschuurd of alleen worden geschuurd met aanzienlijke technische kennis.
Het vastdraaien en losdraaien van schroeven kan voor een terugslag zorgen. Dit kan gevaren opleveren voor de gebruiker. De oorzaken zijn:
Terugdraaimomenten
Losrakende bits
Lawaai
Bijna alle schroeftoepassingen kunnen in twee categorieën worden onderverdeeld: hard schroeven en zacht schroeven.
Hard schroeven omvat toepassingen waarbij er zich direct onder de schroef hard materiaal (doorgaans metaal) bevindt.
Zacht schroeven omvat toepassingen waarbij er zich direct onder de schroef een wijkend (zacht) materiaal (doorgaans hout) bevindt.
De meest voorkomende oorzaken voor het losraken van bits zijn:
De grootte van de bit komt niet overeen met de schroef
De bit is in een hoek op de schroef aangebracht
De bit helt tijdens het schroefproces
De druk is te laag
In al deze gevallen zult u snel merken dat er sprake is van een toepassingsfout.
Het losraken van bits kan de volgende gevolgen hebben:
De kans op letsel bij de gebruiker
Schade aan het werkstuk
Schade aan de schroef
Schade aan de bits
Het is dus duidelijk dat het voorkomen van deze veel voorkomende toepassingsfouten zeer de moeite loont.
In principe kunt u een onderscheid maken tussen:
Schroevendraaiers met een diepteaanslag
Schroevendraaiers met een koppeling
Momentschroevendraaiers
Wat schroevendraaiers betreft verwijst de term naar een inzetstuk voor de schroevendraaier dat nodig is voor het gebruikte type schroef (sleufschroef, kruiskopschroef , inbusschroef, torxschroef enzovoort). De bit wordt direct in de machine vastgezet met een zeskantschacht in een boorkop, of in een gereedschapshouder die deel uitmaakt van de machine of van een ingebracht accessoire.
Niet-toegestane en dientengevolge gevaarlijke terugdraaimomenten kunt u voorkomen door de volgende maatregelen te nemen:
Het selecteren van de juiste bit voor de schroevendraaier
Het afstellen van de bit voor de schroevendraaier, bijv. het draaimoment of de diepteaanslag, volgens de aanbevelingen van de fabrikant
In de regel kunt u alleen hout en houten materialen nieten, mits het hout niet te hard is. Natuurlijk hout en multiplex lenen zich beter voor nieten, omdat de vezels een extra klemkracht uitoefenen. Andere houten materialen zoals spaanplaat kunnen redelijk goed worden geniet, mits er gebruik wordt gemaakt van nieten met een harscoating.
Alle harde materialen, zoals metalen, materialen van steen, glas en hard kunststof, kunnen niet worden geniet.
Nietmachines zijn uiterst veilig als ze voor de beoogde doeleinden worden gebruikt. Nietmachines moeten altijd op het werkstuk worden aangebracht. Ze mogen nooit vrijelijk worden "uitgeschoten". Om deze reden zijn veel nietmachines voorzien van een veiligheidsmechanisme dat ervoor zorgt dat ze pas kunnen worden geactiveerd zodra ze op het werkstuk zijn aangebracht.
Verfspuiten biedt u drie belangrijke voordelen:
Met een verfspuitsysteem kunt u hetzelfde werk in aanzienlijk kortere tijd doen dan met een kwast of verfroller.
De uiterst fijne verspreiding van verf zorgt voor een gelijkmatige toepassing van verf, in het bijzonder bij gestructureerde oppervlakken.
Met verfspuitsystemen kunt u ook moeiteloos moeilijk benaderbare plekken bereiken, zoals hoeken en randen, bijvoorbeeld bij het verven van schuttingen.
U kunt alle veel voorkomende lakken, vernissen en muurverven gebruiken in combinatie met de verfspuitsystemen van Bosch. De keuze van de verf is afhankelijk van het toepassingsgebied. Wilt u uw muren verven, uw meubels lakken of uw houten terras tegen verwering beschermen met een vernis?
Emulsies/muurverven:
Geschikt voor het verven van muren en plafonds. Hechten zich goed vast aan oppervlakken, compenseren voor oneffenheden in oppervlakken, dichten poriën in gestucte muren en genieten de voorkeur voor het verven van behang op basis van houtsnippers en gegaufreerd behang.
Lakken:
Lakken zijn doorgaans ondoorzichtige coatingmiddelen. Als ze drogen produceren ze een hoogwaardig mat of glanzend oppervlak. Ze worden hoofdzakelijk gebruikt voor het verven van materialen van hout, metaal, kunststof en mineralen.
Vernissen:
Dit zijn verven met subtiele, lage pigmentatie. U kunt ze gebruiken als u de structuur van het oppervlak zichtbaar wilt houden. Vernissen beschermen hout tegen verwering, ultraviolette straling en in sommige gevallen tegen schimmel en insectenplagen. Vernissen maken houten oppervlakken effen.
Als de verf te stroperig is, kan er niet of alleen met heel veel moeite mee worden gespoten.
De optimale verdunning is altijd afhankelijk van het type verf. Volg de instructies van de verffabrikant op.
De ervaring leert dat het verdunnen van de verf aan te raden is.
Begin met een verdunning van 5% en probeer het spuitpatroon bijvoorbeeld uit op een oud stuk karton. Als het resultaat nog niet naar tevredenheid is, verdunt u de verf met nog eens 5% en test u die opnieuw. Verdun de verf met niet meer dan 15–20%. Volg de instructies van de verffabrikant op.
Als de verf te stroperig is, kan er niet of alleen met heel veel moeite mee worden gespoten.
De optimale verdunning is altijd afhankelijk van het type verf. Volg de instructies van de verffabrikant op.
De ervaring leert dat het verdunnen van de verf aan te raden is.
Begin met een verdunning van 5% en probeer het spuitpatroon bijvoorbeeld uit op een oud stuk karton. Als het resultaat nog niet naar tevredenheid is, verdunt u de verf met nog eens 5% en test u die opnieuw. Verdun de verf met niet meer dan 15–20%. Volg de instructies van de verffabrikant op.
Als u gebruik hebt gemaakt van lakken/verven die oplosmiddelen bevatten, zult u oplosmiddelen nodig hebben. Bij watergebaseerde verven volstaat het om het gereedschap met water te reinigen.
Tip: Verwarm het water enigszins en maak gebruik afwasmiddel, omdat de verf daardoor sneller loslaat. Een oude afwasborstel of tandenborstel is het meest geschikte hulpmiddel voor het verwijderen van verfresten.
Een reinigingshandleiding met stapsgewijze instructies (alleen in het Duits beschikbaar) is te vinden op onze website onder Kennis > Toepassingstips.