De voordelen van reizen: 7 tuintips van over de hele wereld
Wie reist, ontdekt niet alleen nieuwe culturen – ook op het gebied van tuinieren valt er in het buitenland veel kennis en inspiratie op te doen. Lees verder voor zeven tuintips van over de hele wereld.
Het perfecte Engelse gazon: maai alleen de topjes
Een grandioos gazon kent maar één geheim: maai wat vaker en pak dan alleen de top van de grassprieten mee. Als je gras namelijk te kort maait, groeien de sprietjes maar langzaam terug. En bij hoge temperaturen kunnen ze zelfs uitdrogen of afsterven! Probeer daarom iedere zeven tot veertien dagen de grasmaaier ter hand te nemen – of laat een robotmaaier het werk voor je doen. De ideale lengte voor de sprietjes is zo'n 4 cm. Als je minstens één keer per week maait, kun je de opvangbak in de schuur laten staan. De gemaaide sprietjes mogen namelijk gewoon op het gras blijven liggen. Waarom? Omdat het maaisel als voeding voor het gazon dient en de nog staande grassprietjes genoeg lucht krijgen. Zo groeit het gazon goed dicht en blijft de grond rijk aan voedingsstoffen.
Mediterrane tuinen: alles draait om licht
Waarom reizen ieder jaar weer zo veel vakantiegangers naar de Middellandse Zee? Vanwege de zee, de natuur, de zon en het licht! En laat dat nou ook nét het recept zijn voor succes in eigen tuin. Sommige mediterrane planten, zoals de olijf en de vijg, gedijen ook in onze wat noordelijker gelegen contreien heel goed. Je moet ze alleen wel voldoende licht geven. Zorg er dus eerst voor dat je tuin genoeg plekjes heeft waar veel licht valt en zet je mediterrane aanwinsten letterlijk in het zonnetje. Houd vervolgens een vinger aan de pols. Ziet de plant er slap uit en groeit hij niet mooi rechtop? Dan schrijft de arts maar één medicijn voor: zonlicht! Struiken moet je regelmatig snoeien, zodat ook de onderste delen en de andere planten in je tuin voldoende licht krijgen. Daarnaast kun je met behulp van kisten en plantenbakken de heuvels en bergen van Toscane en andere mediterrane streken nabootsen. Laat die zon maar komen!
Mos en cola: een gewonnen strijd
In mei 1886 vonden de Amerikanen cola uit, dat een uitstekend middel tegen mos bleek. De beroemde frisdrank bevat namelijk suiker en fosforzuren – twee bestanddelen waarvan mos het op de heupen krijgt. En geen zorgen: de naden tussen de stenen en de stenen zelf worden niet aangetast door de zuren in de limonade. En je hoeft ook niet bang te zijn dat de stenen colabruin worden. Daarvoor is de kleurstof in cola namelijk niet sterk genoeg. De voordelen spreken uiteraard voor zich, want cola is niet giftig – in tegenstelling tot veel middelen die je in het tuincentrum kunt krijgen. Je hoeft ook geen rekening te houden met maximale dosissen en dat soort ongein. De cafeïne in de drank remt bovendien de vorming van nieuw mos af. Omdat je de cola onverdund moet gebruiken, is het misschien geen ideaal middel voor de wat omvangrijkere tuin. Je kunt in dat geval beter voor een hogedrukreiniger kiezen. Hier zie je hoe je mos bestrijdt met behulp van een hogedrukreiniger.
Waterreservoir voor de doe-het-zelver: nooit meer zelf de planten water geven
In Israël hebben veel huizen een waterreservoir op het dak. Nu is dit niet helemaal een tuintip – eerder een tip voor balkon- en terraseigenaren – maar toch: met deze tip hoef je je tijdens de volgende zomervakantie geen zorgen meer te maken over wie de planten water geeft. Niet iedereen heeft immers een behulpzame buurvrouw.
Hoe maak je dan zo'n reservoir? Je neemt een plastic fles, knipt of snijdt de onderkant eraf en boort een paar kleine gaatjes in de dop. Vervolgens steek je de fles met de dop naar beneden in de plantenbak en giet je voldoende water in de opengemaakte achterkant. Zo geeft de fles beetje bij beetje water af, waardoor je planten een flinke tijd lang over voldoende water beschikken. En helemaal handig: je kunt de watertoevoer zelf regelen door wat meer of juist wat minder gaten in de dop te boren. Ideaal voor de waterminnende of watervrezende plant! Om te voorkomen dat de grond in de pot na het water geven snel uitdroogt, kun je het oppervlak met stukjes boomschors bedekken.
De wijngaardslak als politieagent
We beginnen maar meteen met goed nieuws: je hoeft je wijn voortaan niet meer in te zetten voor de strijd tegen de naaktslak. En ook de beroemde biervallen kun je voortaan achterwege laten. Met zo'n val lok je namelijk niet alleen slakken uit je eigen tuin, maar ook die uit de tuin van de buren naar je toe!
Het kan beter, met de volgende tip uit West- en Midden-Europa: de wijngaardslak. Die eet namelijk de eitjes van naaktslakken op en is daarmee een effectief en volledig natuurlijk middel om met deze naaktlopende plaaggeesten af te rekenen. Wijngaardslakken zijn met uitsterven bedreigd – vanwege overbemesting en pesticiden, maar ook omdat ze in de Franse keuken als een ware delicatesse gelden. Je kunt echter gefokte exemplaren kopen en die in je tuin uitzetten, het liefst op een kalkhoudende bodem met onbespoten begroeiing.
Stadse tuinierfratsen in Manhattan
De beroemde activist Adam Purple, geboren en getogen in Missouri en uiteindelijk neergestreken in New York, staat te boek als de bedenker van urban gardening. In 1975 plantte hij letterlijk en figuurlijk de zaadjes van deze beweging in een bouwkeet in Manhattan, pal naast zijn huis, om daar perken aan te leggen en groenten te verbouwen. Hij deed alles met de hand en zo biologisch mogelijk. In Manhattan vind je tegenwoordig ook de beroemde High Line: een voormalige spoorweg die inmiddels dienstdoet als park. Wat kunnen we daarvan leren? Nou, dat groen geen grenzen kent. Ook al is het in de vorm van een verticale tuin of een guerrillaperkje pal voor je huis. En even onder ons: wie had gedacht dat twee van deze tips uit Amerika zouden komen?
Bokashi: zelfgemaakte, natuurlijke mest uit Japan
Biologisch afval bevat allerlei waardevolle grondstoffen waarvan het zonde is om ze verloren te laten gaan. En je kunt daar zelf van profiteren, ook als je geen tuin of composthoop hebt. Hoe? Met een Japanse bokashi-emmer voor in de keuken. Daarin laat je organisch afval vergisten, waardoor je het weer ergens anders voor kunt gebruiken. En zelfs al heb je wél je eigen composthoop, dan nog heeft een bokashi-emmer meerwaarde. In zo'n emmer kunnen microben namelijk zelfs etensresten als vlees en vis verwerken. De stuwende kracht: de zogeheten effectieve micro-organismen (EM), die weer uit een mengelmoes van bacteriën en gisten bestaan. Je kunt met bokashi bijvoorbeeld ook vers gemaaid gras als bemestingsmiddel inzetten. En het mooiste is: je hebt niet eens een speciale emmer nodig! Je kunt het maaisel ook gewoon in een grote plastic zak stoppen en het EM-mengsel daarop loslaten. Laat de zak dichtgeknoopt 14 dagen op een schaduwrijke plek liggen. Daarna kun je de vergiste massa over de grond verdelen of als compostverbeteringsmiddel gebruiken.
Ben je benieuwd naar nog meer tips van over de hele wereld? Wat dacht je van exotische kruiden die ook bij ons goed gedijen?