Natuurvriendelijk tuinieren en nuttige organismen beschermen
Laat de natuur je tuin intrekken: met wilde hoekjes, bloemenweides, bloeiende hagen, compost- en bladhopen, of misschien zelfs een stapel stenen en gestapeld dood hout. En je kunt nog meer doen om nuttige insecten te beschermen, vogels een plek te geven om te leven, bodemorganismen te ondersteunen en de biodiversiteit van planten en dieren te bevorderen en te behouden. Je natuurlijke oase moet een "win-winsituatie" zijn voor alle levende wezens in de tuin - inclusief jezelf, je familie en vrienden - waar alle betrokkenen zich volledig op hun gemak voelen. Omdat natuurlijk en wild niet chaotisch hoeft te zijn, zijn er veel esthetische ontwerpmogelijkheden. We leggen uit hoe je deze balans kunt bereiken.
Leefomgeving in de tuin
We delen de leefomgeving in met vogels, egels, insecten, spitsmuizen, vleermuizen, spinachtigen, kevers en vele andere beestjes, die elk hun rol in de ecologische cyclus spelen. De dieren worden gevoerd en vinden onderdak. Deze nuttige insecten helpen ons op natuurlijke wijze om onze planten gezond te houden door bladluizen, slakken en schadelijke rupsen te doden. De eerste vereiste voor een natuurvriendelijke tuin is dat je geen chemische gewasbescherming en synthetische meststoffen gebruikt. Onthoud altijd: Waar “er ongedierte is, zijn er ook nuttige insecten”; alle dieren zijn belangrijk in een ecosysteem. Als er balans ontstaat in de tuin, reguleert de natuur zich grotendeels zelf.
Plantendiversiteit in de tuin
Biologisch tuinieren betekent ook het planten van inheemse bloemen, struiken, wild fruit en wilde kruiden. Dit versterkt niet alleen het natuurlijke karakter van de tuin, de dierlijke bewoners van de tuin zijn vooral dol op inheemse planten en sommigen zijn er zelfs afhankelijk van, zoals de hyacintenschaarbij, die alleen stuifmeel van hyacintensoorten verzamelt. Elke tuinman kan uit het volledige plantenassortiment kiezen. Tuincentra en kwekerijen beschikken over een ongelooflijk aantal soorten en varianten. Zorg er bij het planten van nieuwe planten voor dat de soort in je tuin past, dus dat ze de bodemgesteldheid, weersomstandigheden en het zonlicht goed aankunnen. Dit is de beste voorwaarde voor een gezonde groei.
Dicht bij de grond
De bodem is een orgaan in het organisme van de natuur, en de basis voor planten om te groeien en te gedijen. In de natuur blijven bladeren, takken en dood organisch materiaal op de grond liggen, wat vervolgens door dieren en micro-organismen die op en in de grond leven, wordt omgezet in vruchtbare grond. Hoe meer bodemdieren er zijn, hoe beter voor egels etc. die zich ermee voeden. Je kunt dit in de tuin nabootsen door gewasresten en uitgedund plantmateriaal op de grond achter te laten.
Wilde hoeken
Niet alles in de tuin hoeft netjes te zijn. Wat wij als wanorde zien, heeft zijn rechtvaardiging in de natuur: Brandnetels zijn voedselplanten voor verschillende vlinderrupsen. Lees hier meer over hoe je vlinders een mooi onderkomen kunt bieden. Veel dieren vinden onderdak in stapels dood hout en hagen van dode takken, terwijl hagedissen, hazelwormen en egels zich in steenhopen thuis voelen. Maak dus kleine constructies van natuurlijke materialen, zoals stapels gezaagd hout en wilde brandnetels, bouw een droge stenen muur, en laat de voegen van stenen muren onbepleisterd.
Checklist: 8 dingen waar je op kunt letten:
1. Toegang tot de tuin : Muren en hekken waar geen enkel dier overheen kan komen, passen niet in een natuurvriendelijke tuin; hekken die tot aan de grond reiken zijn onoverkomelijke obstakels. Zaag daarom eenvoudig een gat in jouw omheining, bijvoorbeeld met de gebruiksvriendelijke NanoBlade-zagen van Bosch. De doorgang moet minimaal 13x13 cm groot zijn.
2. Natuurlijke omheining: Vermijd indien mogelijk vaste hekken of muren. Wat dacht je van een natuurlijke omheining gemaakt van een bloeiende haag?
3. Veel verschillende leefomgevingen : Zonnig, schaduwrijk, vochtig, droog: hoe meer verschillende leefomgevingen, hoe beter voor de plantendiversiteit en de natuur. Laat stapels stenen en dood hout gewoon liggen; bladeren kunnen op een beschutte plek worden opgeharkt of met een bladblazer worden verzameld.
4. Verlichting : Als je de tuin wilt verlichten, zorg er dan voor dat je dimbare lichtbronnen gebruikt met een laag ultraviolet en blauw component, om te voorkomen dat je onnodig insecten aantrekt. Anders fladderen nachtbrakers zichzelf letterlijk dood. Tuinverlichting irriteert ook andere nachtdieren zoals egels. Het is het beste om lampen op zonne-energie te gebruiken die een warmer licht hebben, en een timer te installeren zodat het licht uiterlijk om 23.00 uur uitgaat. Laat je inspireren door onze 9 creatieve ideeën voor buitenverlichting en lees hier meer over installatie, beveiliging en stijlvolle aankleding.
5. Watertappunten : Het maakt niet uit of het een vijver, een vogelbad of een egeldrinkplaats is: het is belangrijk dat er een paar drinkplekken voor de tuindieren zijn. Vogels gebruiken de waterbakken ook om op deze manier te baden en hun veren schoon te maken. Vlinders, bijen en andere insecten houden ook van ondiepe kommen gevuld met water. Plaats een paar steentjes in het water als landingsplek. Het is belangrijk dat je het water regelmatig ververst om te voorkomen dat schadelijke ziektekiemen zich nestelen. Als je een vijver in je tuin hebt, kun je wilde dieren zoals egels behoeden voor verdrinking als je de oever ondiep maakt, of kleine trapjes maakt die de dieren kunnen gebruiken om eruit te komen. Hier vind je instructies voor het aanleggen van een vijver, of maak een minivijver die zelfs op een balkon past.
6. Synthetische meststoffen en pesticiden : Dit moet je absoluut vermijden. Wacht eerst af of nuttige insecten het werk voor je doen.
7. Keuze van planten: Wil je jouw tuin opnieuw inrichten of nieuwe soorten en variaties planten? Als je nog ruimte hebt, plant dan een paar inheemse houtachtige planten, en kies verschillende bijenweideplanten die verschillende bloeitijden van de lente tot de late herfst hebben. Kornalijnkersen en hazelnoten bloeien vroeg in het jaar, gevolgd door appels en bramen. In de zomer zijn bremheide en hondsroos aantrekkelijke bijenplanten, terwijl klimop in de herfst een echte insectenmagneet is. Vooral bloeiende planten met enkelbloemige, dat wil zeggen ongevulde bloemen, waarbij stuifmeel en nectar gemakkelijk toegankelijk zijn voor insecten, zijn van groot belang. Dubbele bloemen zijn niet erg nuttig voor de dieren in de tuin, omdat ze geen stuifmeel of nectar opleveren. Je kunt het beste een goede mix maken van ecologisch verantwoorde tuinplanten, zoals wilgenkatjes, zomerlelies, klimop en planten die gewoon prachtig zijn om naar te kijken.
8. Composthoop : Als je de ruimte hebt, maak dan een composthoop. Vogels en andere dieren vinden voedsel en onderdak in de compost. De uiteindelijke compost bevordert bovendien het bodemleven. Lees hier hoe je de compost maakt.
4 diervriendelijke projecten voor jouw natuurvriendelijke tuin
1. Een tuin voor vogels
Vogels eten graag insecten en hun larven, ook degene die schade aan planten veroorzaken. Zo helpen ze ons ongedierte op afstand te houden. Plant doornige struiken zoals braam en sleedoorn, die vogels bescherming bieden tegen roofdieren. Ook klimplanten zoals klimop zijn erg populair bij vogels. Bessenstruiken en rozenbottels zijn de aantrekkelijkste natuurlijke voedselbronnen voor vogels, maar je kunt ook extra voederplekken aanbieden in de vorm van voederzuilen of een vogelvoederhuisje.
2. Een tuin voor egels
Egels eten insecten en hun larven, slakken, gevallen fruit en maden en zijn nuttige helpers bij het bestrijden van ongedierte in de tuin. Egels verplaatsen zich veel. Om te voorkomen dat ze niet in schachten vallen, verstrikt raken in netten of iets dergelijks, moet je doorgangen in de omheining laten, stenen leggen als tussenstapjes op hoge treden in de tuin, geen grofmazige gewasbeschermingsnetten plaatsen, kuilen en kelderschachten afdekken zodat ze er niet in vallen. Je kunt ze een natuurlijke schuilplaats bieden, lees hier, of een egelhuisje bouwen waar ze overdag en in de winter veilig en droog kunnen schuilen.
3. Een tuin voor hagedissen, slangen en padden
Hagedissen houden van droge, warme plekken. Ze zullen hun weg naar je tuin vinden als je droge stenen muren en rotspalen maakt. Hazelwormen zijn nauw verwant aan hagedissen, ze verstoppen zich onder mos of in stapels dood hout, en ze ravotten ook graag in composthopen. Ringslangen en padden leven ook graag verborgen in composthopen, bij de vijver of tussen stenen. Hagedissen eten spinnen, een verscheidenheid aan insecten, en ook de eieren van slakken. Padden eten veel rupsen, larven en zelfs slakken en hun klauwen.
4. Een tuin voor insecten
Er is inmiddels veel bekend over het nut van insecten. De larven van gaasvliegen eten talloze bladluizen, net als lieveheersbeestjes en hun vraatzuchtige larven. Zweefvliegen zijn belangrijk voor de bestuiving. Oorwurmen eten bladluizeneieren en motten. Als je een kleurrijke verscheidenheid aan bloemen in je tuin hebt, creëer je een levensonderhoud voor bijen en hommels, omdat de bloemen nectar en stuifmeel leveren. Nectar is een zeer belangrijke voedselbron voor insecten. Het voorziet ze van energie en de "brandstof" die ze nodig hebben voor hun inspannende vliegactiviteiten. Bijen verzamelen ook stuifmeel, oftewel pollen van bloemen. In ruil daarvoor bestuiven ze onze planten, waaronder fruit- en groentebloemen, en helpen ze ons om een goede oogst te krijgen. Als je de hardwerkende bijen een veilig onderkomen wilt bieden, kun je een wilde bijenhotel voor ze bouwen.
Als je meer wilt weten over wanneer welke tuinklussen moeten worden uitgevoerd, kun je in onze tuinkalenderhet juiste moment vinden voor alle belangrijke activiteiten.